Vogels kijken is niet makkelijk. Althans, het kijken lukt nog wel, maar als je dan aan iemand moet vertellen wat je hebt gezien moet je zo’n vliegend verenpakje een naam geven. Het handigst om mee te beginnen is een grote vogel waar niet te veel tot de familie behoren en waarvan het onderscheid duidelijk is.
Reigers bijvoorbeeld. Mooie vogels zijn ‘t, en slim ook. Zij weten dat je de mens te vriend moet houden, en dan het liefst een mens met een hengel aan de slootkant. Grote kans dat die zorgt dat je jouw maaltje toegeworpen krijgt. Ik heb het hier natuurlijk over de meest voorkomende uit de reigerfamilie: de blauwe reiger, die overigens grijs van kleur is. Deze ‘blauwe’ reiger heeft ook nog een wat zeldzamer neef: de zilverreiger die, u raadt het al, niet zilver is maar wit. Hoewel, als je hem op het goede moment treft: aan de slootkant in het zonlicht dan is ‘ie inderdaad witter dan wit. Bijna zilver.
En dan hebben deze reigers ook nog een nog zeldzamer achterneef, bruin van kleur: de purperreiger.
Maar goed, ik snap het wel. Deze sierlijke vogels moeten ook sierlijke namen dragen. Grijze, witte en bruine reiger klinkt toch veel minder goed dan blauwe, zilver en purperreiger.
En juist als je denkt te weten hoe het zit en je vertelt een vogelaar dat je net een zilverreiger in de polder hebt gezien zal hij zeggen: “oh leuk, was het een grote of een kleine?” Blijkt daar ook nog onderscheid in te zitten ;-((
Geen opmerkingen:
Een reactie posten