Er zat een meesje in mijn tuin. "Kijk, een koolmeesje", zei mijn zoon. Voor hem is een meesje niet zomaar een mees. Hij kent het verschil tussen een kool- (die met zo'n zwart petje op hun kop), een pimpel- (met een blauw petje), een staart- (met een hele lange staart) en opa Mees (zilverkleurig kopje en niet vliegend). Is mijn zoon daarmee rijker dan een kind dat niet meer ziet dan een vogeltje?
Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat dit het probleem van de biodiversiteit is. Eigenlijk is biodiversiteit geen probleem maar een verschijnsel: hoe meer soorten, hoe groter de biodiversiteit. Maar het probleem van de biodiversiteit is dat veel mensen de verschillende soorten niet meer van elkaar kunnen onderscheiden.
Daar kan je op twee manieren wat aan doen. De eerste door middel van educatie: groencursussen en ontdekkisten. Maar daarvoor is een zekere hoeveelheid nieuwsgierigheid nodig. En hoe bereik je die grote groep mensen die een stuk minder de behoefte voelt om er op uit te trekken, de paden op, de lanen in? Op zoek naar de wielewaal. Daar hebben ze iets nieuws op verzonnen.
Men is begonnen om de mensen een aantal verschillende boomsoorten te leren kennen. Te beginnen bij de eik. En dan vertellen ze niet over de eikeltjes in het najaar of de zeer herkenbare bladvorm (daar is overigens ook nog een mooi verhaal over te vertellen. Over hoe ooit de afspraak werd gemaakt dat bomen hun blad zouden laten vallen na de zomer en hoe de eik zich niet aan deze afspraak hield en daarna de mensen kwamen om de bladeren van de bomen te trekken. Nog immer te zien aan de hapjes die uit de bladeren zijn genomen) Maar dit verhaal hoort bij de nieuwsgierige aanpak.
Nee, ze hebben een aantal eiken voorzien van een rood-wit geblokt lint met daarop de waarschuwing: pas op, eikenprocessierups. Angst, dat is de nieuwe herkennings-strategie. Nu denkt u natuurlijk dat zo'n lint er zit om u te waarschuwen voor de rupsen, maar ik heb uitgevonden dat dat helemaal niet waar is! Want wat blijkt? Zelfs maanden nadat de rupsen vlinder zijn geworden (van die mooie kleine witte nachtvlindertjes) zit dat lint nog om de boom. Soms zelfs de hele winter door. En dan is er echt geen rups meer te bekennen. Zodoende ben ik achter deze nieuwe boom-herkennings-strategie gekomen. Dus als u een boom ziet met zo'n lint, dan weet u: dit is een eik. En er is maar een korte periode in het voorjaar waarin je met een wat grotere boog rond de boom moet lopen om de haartjes van de rupsen te ontlopen.
Voor de nieuwsgierigen, dit is wat er kan gebeuren met de haartjes van de rups:
De eikenprocessierups heeft honderdduizenden tot een miljoen brandharen van 0,2 tot 0,3 millimeter lang. Het zijn pijlvormige haartjes, die bij bedreiging worden afgeschoten. De haren kunnen dan in de huid, de ogen en de luchtwegen komen. De stoffen die van de haren afkomen kunnen een op allergie lijkende huiduitslag zwellingen, rode ogen en jeuk veroorzaken. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten vanzelf. Niet alle personen zijn gevoelig voor de brandharen. In zeer zeldzame gevallen kunnen andere verschijnselen ontstaan, namelijk braken, duizeligheid en koorts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten