Naast het zeer verantwoorde, biologisch en ecologisch duurzame voedsel wat ik dagelijks tot mij neem, houd ik ook erg veel van pindakaas. Niet alleen veel, maar ook lang. Waar het fruithapje voor veel kindertjes de eerste kennismaking is met ‘vast’ voedsel, kreeg ik als peuter een lik uit de pindakaaspot. (Dit gebeurde niet ver van de plek waar een aantal jaren daarvoor Wim T Schippers aan de andere kant van de dijk een flesje limonade leeg had gegoten in de zee. Als kunstwerk. Maar dat is verder niet relevant). Toen ik op de lagere school zat groeide mijn liefde voor de pindakaaspot. En niet alleen mijn eigen pot, maar ook die van anderen kon op mijn aandacht rekenen. Ik bleef vaak eten bij een vriendje, de zoon van de meester. Naar het schijnt was pindakaas ook daar mijn favoriete broodbeleg. Dat bleek uit het feit dat ik met Sinterklaas een surprise kreeg (gemaakt door mijn meester) bestaande uit een wasmiddelton die was gesurpriseerd tot enorme pot pindakaas. Op het etiket stond: Bleek’s pindakaas, smeuïg tot op de bodem!
Tijdens mijn studie aan de kunstacademie heb ik ook mijn muzikale carrière gehad. Deze carrière is het best te omschrijven als 'kort'. Maar hoe kort hij ook was, hij had een hoogtepunt. Dat was ons akoestische optreden in een Haagse tram. Daar brachten wij onze helaas nooit tot hit geworden klassieker: “pindakaas, pindakaas, ik houd toch zo van pindakaas!” ten gehore. De reacties van het publiek kan ik mij niet meer herinneren, wel dat we daarna nog een stevige wandeling hebben gemaakt.
En nu staan er op mijn ontbijttafel drie verschillende merken pindakaas. Iedereen z’n eigen smaak. Die van mij is lekker smeuïg, volgens de rest van de familie heet dat plakkerig. Zij hebben pindakaas met stukjes. Stukjes pinda denken ze, maar ik ben benieuwd wat een grondig onderzoek zal uitwijzen. ‘t Zal mij niets verbazen als het aardappel blijkt te zijn, of linoleum. En dan hebben we ook nog een pot die we ooit gekocht hadden omdat onze vertrouwde merken op waren. Maar die is niet lekker, en wat moet je er dan mee? Ik heb er nog even over gedacht om hem net als oude kauwgom onder de tafel te smeren. Maar ik denk toch dat ik in plaats van voor deze artistieke toch voor de culinaire oplossing kies: ik maak er pindasaus van.
Zoals u ziet speelt dit smakelijke bruine broodbeleg een grote rol in mijn leven. Ik wil niet overdrijven, maar misschien is het wel het fundament onder mijn kunstenaarschap. De lijm voor mijn gedachten. Ik zal niet zeggen dat er pindakaas door mijn aderen stroomt, maar ik denk dat ik bij de wekelijkse duik in de Loosdrechtse plassen toch zeker profijt heb van de substantiële hoeveelheid vet uit de pindakaaspot. Ik vind het dus niet vreemd dat dit ultieme broodbeleg zelf tot kunstwerk is verheven. Of liever gezegd: tot kunstwerk is belegd. Als u komend weekend niets te doen heeft moet u maar eens gaan kijken in museum Booijmans in Rotterdam. Daar ligt de pindakaasvloer van Wim T Schippers. Dus geef uw ogen en neus de kost, proeven mag niet. Maar dat vind ik niet erg, het is toch mijn merk niet.
Ps. Sommige mensen vinden het zonde van de pindakaas. Maar ik hoorde van de directeur van het museum dat wanneer het publiek op het werk was uitgekeken, de pindakaas aan de vogeltjes wordt gevoerd. Ik ben benieuwd wanneer die aan de aardappeleters mogen beginnen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten