Bij een fundraise-avond van het Prins Bernhard Cultuurfonds vroegen ze mij om de avond af te sluiten met een stukje poëzie met als titel ‘Vecht gedicht’. Op het podium kwam ik er achter dat ik die titel misschien verkeerd had geïnterpreteerd. Voor een zaal kunst-, cultuur- en Vechtminnend publiek heb ik het volgende gedicht voorgedragen.
Vecht gedicht
Man, wat heb ik een hekel aan de Vecht
die bochten, die buitens, zo banaal
doe mij het AmsterdamRijnkanaal
dat is tenminste lekker recht
Haar schoonheid is nagenoeg fenomenaal
hier stroomt het OerHollandse verhaal
van het landschap langs de lineaal
lang leve het Amsterdam Rijnkanaal
Daar flits je langs de ijle populieren
vlot op de fiets van A naar B
Amsterdam Breukelen: vijf of vier kwartieren
windje tegen, windje mee
U denkt nu: fijn dat iemand dit eens zegt
dus kom mee naar buiten allemaal
dan bezingen we het Amsterdam Rijnkanaal
en dichten we die ouwe Vecht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten