woensdag 15 juni 2011

Mijn dijk.

Ik ben zo’n beetje 40 jaar geleden geboren aan de voet van de Hondsbossche zeewering. Neerlands mooiste dijk, zeg ik zonder terughoudendheid. Dat komt door het volgende:

Toen ik ter wereld kwam had ik mijn ogen dicht. Schijnbaar vond ik dat wel goed zo, want ik hield ze dicht, stijfdicht. Mijn vader heeft mij toen naar goed Hollands gebruik opgepakt, over zijn schouder gelegd en mij een fikse tik op de billen gegeven. Hij stond met zijn gezicht naar mijn moeder die nog op bed lag en mijn hoofd was dus over zijn schouder naar het raam gekeerd. Door die tik sperde ik mijn mond en ogen wijd open. Mijn eerste kreet was een kreet van verrukking. Voor mij lag de Hondsbossche zeewering, een rechte lijn van vijf kilometer lang. Dat beeld heeft zich in mijn netvlies gebrand. En als er vandaag de dag iets samenvalt met die lijn, ik noem een Hollandse horizon, een dijk of een schilderij van Mondriaan, dan vind ik dat mooi. Omdat het samenvalt met mijn oerbeeld.

Ook in mijn kinderjaren heeft de Hondsbossche mij gevormd, en ik een beetje de dijk. Toen hij in de jaren 80 op deltahoogte werd gebracht, heb ik ook menige vrachtwagen zand verplaatst met mijn speelgoedwagen. Ik heb toen niet met één, maar met al mijn vingers in de dijk gezeten. Daarna diende de dijk als Hollandse berg om vanaf te sleeën, als hoogtepunt voor het verrekijken en als we ‘s middags terug naar huis fietsten van school diende hij windvanger bij een harde noordwester. Ik weet wat je aan een dijk hebt. Geen polder zonder dijken, en ook geen polderwachter zonder dijken.

En nu neem ik mijn gasten regelmatig mee op een wandeling over de Hollandse dijken. Onderweg trakteer ik ze dan op verhalen over jongens met hun vinger in de dijk, over schapenpaadjes als ware kunstwerkjes en over de mogelijke terugkeer van de (water-)wolf. Zo stond ik laatst met mijn gasten op de dijk bij de Diemer vijfhoek. Als je daar bovenop staat heb je aan de ene kant land en aan de andere kant... ook land! Een zinloze dijk dus. Die kan wel opgeruimd, kan je mooi op die plek een weg aanleggen. Ja precies: de Dijkweg. Of niet? Nee, zeiden de kinderen in de groep, want deze dijk is al oud en hij is mooi. Daarmee hadden ze mij al overtuigd: opruimen was een slecht plan, hij mag blijven. Natuurlijk ook omdat we hem nog altijd nodig hebben als tweede, derde of vierde waterkering en als uitkijkpunt over de polders, maar goed ik was al overtuigd.

Op de terugweg hoorde ik dat ik in mijn opzet was geslaagd. Met het opscheppen over ‘mijn dijk’ had ik de tongen losgemaakt en laaide de discussie op over wat dan de mooiste dijk zou zijn. Met de sterkste verhalen als argument om de andere gasten te overtuigen. Precies zoals het hoort: schep een beetje op, overdrijf wat en leen hier en daar een anekdote. Maak van mijn verhaal ons verhaal. Maak van mijn dijk onze dijk.

geen© Polderwachter Marcel Blekendaal

Geen opmerkingen:

Een reactie posten