vrijdag 17 juni 2011

Het weer

Nadat de polderwachter met de dikke van Dale onder de arm alle natuur in Nederland heeft geschaard onder de noemer ‘cultureel groen’ blijft er weinig wild, woest en ongewijzigd meer over. Behalve het weer dan. Altijd aanleiding voor een gesprek. Soms in positieve zin, zoals op die eerste dagen die aan de lente doen denken, maar al snel wordt er geklaagd over dat het niet is zoals het zou moeten zijn: te droog, te warm of de wind uit de verkeerde hoek. Cloud-busters, windturbines en regendansen ten spijt hebben we dit deel van de natuur nog steeds niet onder controle. Iedere avond proberen de weermannen en -vrouwen met hun computermodellen een voorspelling te doen voor morgen. Zodat we ons vast kunnen voorbereiden op wat komen gaat. En dat valt niet mee want maar al te vaak produceren ze een wolkje met een zonnetje er bovenuit en een paar druppels er onder. Maar dat is vlees noch vis! ‘t Kan vriezen of ‘t kan dooien, wordt het regen of zon? ‘Hier en daar een bui’ klinkt wel heel precies: hier en daar, maar ik hoor nooit de exacte plaats en tijd, terwijl je daar pas echt wat aan hebt als je boodschappen moet doen of als je haar net netjes in de krul zit. Maar toch is dat waar we het over het algemeen mee zullen moeten doen, want juist dat zijn de typisch Hollandse luchten: van die mooie witte bloemkolen op een blauwe achtergrond waar je liggend op je rug tegen de dijk van die fantastische figuren in kan fantaseren.

De polderwachter heeft in de afgelopen acht jaar een paar honderd wandelingen gemaakt. Daarvan is er één niet doorgegaan vanwege ‘slecht weer’ en twee zijn er een weekje verzet. Maar bij alle wandelingen was het commentaar voor- of achteraf: ‘we hebben het getroffen met het weer’. Soms omdat het zonnetje echt lekker had geschenen, maar vaak ook omdat de enorme regenbuien die de computers hadden voorspeld in de fantasie van de mensen vele malen natter waren geweest dan de druppels die werkelijk waren gevallen. Zo blijkt maar weer: ware natuur boezemt ons nog altijd angst in.

Het weer is een van de weinige dingen waar wij als mens nog geen zeggenschap over hebben. En daarom laten we ons er iedere avond weer bang voor maken door Piet Paulusma en consorten. Met ‘hier en daar een bui’ is het woord al gevallen. En al blijven de druppels uit, in gedachten regent het.

Negenenegentig van de honderd keer is de openingszin van mijn gasten: “Nou, we treffen het met het weer!”. Want staan we dan eenmaal buiten aan het begin van de wandeling dan vallen de meeste buien toch dáár in plaats van hier. Dit is dus geen weerbericht. Ik zou niet durven. Ik snap niks van computer-weer-modellen, check alleen soms buienradar.nl. Ik zou u kunnen waarschuwen voor de schaapscheerderskou die volgens de volkswijsheid ergens aan het eind van de maand juni langskomt. Maar net als alle weersvoorspellingen is dat nattevingerwerk, een blik in een glazen bol. Ik zou het wel leuk vinden als ze daar voor komende maand eens nieuw weer in zouden zien. Iets wat we nog nooit gehad hebben. Warme poedersneeuw met aardbeiensmaak, noordwester-zweefwind met een drijfkracht van 60 kilo of droge muziekregen die het ritme van je lievelingsmuziek op de paraplu tikt. Dat laatste moet lukken...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten